Inhoud
1. Kou en honger
2. Heilige Martinus
3. Sint Maartenzingen
1. Kou en honger
Kunt u zich nog ijspegels herinneren? Van die lange punten ijs die aan de ramen hingen? Of bloemen op de ruit, waarin je als kind met je adem een gaatje blies om naar buiten te kijken? Na een koude winternacht was je adem op de dekens bevroren en moest je echt moed verzamelen om uit bed te komen. Snel naar de keuken, want daar was het warm.
Wat zijn wij dan toch verwend. Niet alleen is het gemiddeld veel warmer dan honderd jaar geleden, maar onze huizen zijn ook beter geïsoleerd en verwarmd. Er is bijna niemand meer die geen centrale verwarming heeft, waardoor de kruik in bed tot de verleden tijd behoort. Toch zijn er nog veel tradities die herinneren aan die koude, donkere en hongerige tijd, zonder dat wij er ons van bewust zijn. Eigenlijk hebben alle winterfeesten daarmee te maken.
De winter was een kwestie van overleven en de christelijke kerk hielp hierbij een handje door arme mensen de gelegenheid te geven om op de naamdagen van bekende heiligen langs de deuren te gaan en te bedelen. Sint Maarten was zo’n heilige die op 11 november herdacht werd.
2. Heilige Martinus
Op 11 november wordt de begrafenis van de heilige Martinus gevierd. Martinus leefde in de vierde eeuw na Christus. In de vijfde eeuw werd hij heilig verklaard. Sint Maarten is vooral bekend door het verhaal waarin verteld wordt dat hij de helft van zijn mantel gaf aan een bedelaar.
Maarten of Martinus werd geboren in Hongarije in de vierde eeuw na Christus. Zijn vader was soldaat en het was toen de gewoonte dat de zoon hetzelfde ging doen als zijn vader. Als soldaat in het Romeinse leger belandde hij in Frankrijk.
Volgens zijn biograaf Sulpicius Severus vond voor de poorten van de stad Amiens de beroemde ontmoeting met de bedelaar plaats. Martinus zag de naakte bedelaar, sneed zijn mantel in tweeën en gaf een deel aan de verkleumde man. Later zou de bedelaar in de gedaante van Christus in zijn droom verschijnen. Na deze droom zei Martinus het soldatenleven vaarwel en werd hij de stichter van vele kloosters in Frankrijk. In 372 werd Martinus gewijd tot bisschop van Tours en in die stad is hij ook begraven op 11 november 397, de huidige feestdag. In Tours bevindt zich ook het graf van de heilige Martinus.
Martinus was een bijzondere man, waarover veel anekdotes te vertellen zijn. Zo weten wij door Severus dat hij een hekel had aan tanden poetsen en zichzelf wassen. Hij liet boeren en winden en haalde ook streken uit. Daarom was hij bij het volk wel geliefd, maar niet bij de andere bisschoppen.
Foto: Sint Maarten geeft de helft van zijn mantel aan de bedelaar, onbekende schilder
3. Sint Maartenzingen
Met Sint Maarten gaan vooral kinderen met lichtjes langs de deuren. Ze zingen een lied en ontvangen daarvoor iets lekkers. In de negentiende eeuw gingen ook volwassenen langs de deur. Brandstof en eten waren de opbrengsten van deze bedeltochten. Het was een manier voor arme mensen om door de moeilijke winterperiode te komen.
'Sint Maarten, Sint Maarten,
de koeien hebben staarten,
hier woont een rijke man die veel geven kan,
veel zal hij geven,
zalig zal hij leven.'
Met andere woorden: als je zorgt voor de armen dan kom je in de hemel. Zo hebben heiligen en voedselschaarste alles met elkaar te maken.
Foto: Sint Maartenzingen
Bron: Ineke Strouken, Dit vieren wij (2017)