Beschuit met muisjes
Bij de geboorte van een kind trakteren de ouders op beschuit met muisjes. Dit gebruik is typisch Nederlands. De herkomst is onduidelijk, maar muisjes at men al in de 18e eeuw om de geboorte van een nieuw kindje te vieren. Na de bevalling moest de moeder anijszaadjes eten om de moedermelk op te wekken. Ook kreeg ze rauwe eieren te eten om aan te sterken. Hieruit is het trakteren op een beschuit met muisjes en een glaasje kandeel ontstaan. Uit de 18e eeuw zijn al beschrijvingen van muisjes bekend. De zaadjes worden door suikerbakkers overtrokken met suiker en verkocht onder de naam ‘anijsconfect’. Ze werden ook anijssuikertjes of -muizenkeuteltjes genoemd. De suikertjes werden speciaal voor moeders door suikerbakkers gemaakt, schrijft Johannes Le Francq van Berkhey in 1773 in Natuurlyke Historie van Holland. Volgens de auteur was het ook gebruikelijk dat mensen van geringe stand een anijslikeurtje serveerden met een anijsbeschuit.
Tegenwoordig bestaan er twee soorten muisjes: wit met roze voor meisjes en blauw met wit voor jongens. Bij de geboorte van de dochters van Prins Willem-Alexander waren er oranje muisjes in de handel. De muisjes worden altijd op een beschuit met boter aan de kraamvisite gepresenteerd.